Budgetttaire context

Aandachtpunten

Aandachtpunten

Voor de meerjarenbegroting 2022-2025 zijn in ieder geval de volgende financiële aandachtpunten te onderkennen:

  1. Grip op sociaal domein

In 2020 en 2021 is onderzoek gedaan naar de oorzaken van de nog steeds stijgende zorgkosten. De uitkomsten hiervan zijn met uw raad gedeeld en via beheersmaatregelen vertaald in de meerjarenbegroting. De monitoring hiervan vindt plaats onder de noemer ‘grip op sociaal domein’ waarvan uw raad per kwartaal middels voortgangsrapportages wordt geïnformeerd. Daarnaast wordt een raadswerkgroep actief betrokken bij het proces.

  1. Extra in middelen jeugdzorg

Het kabinet heeft bekend gemaakt voor 2021 € 613 miljoen beschikbaar te stellen aan gemeenten voor het oplossen van de acute problematiek in de jeugdzorg. Die afspraak hebben het kabinet en de VNG gemaakt. Met dit geld komt er o.a. ruimte om de crisiscapaciteit in de jeugd-ggz uit te breiden en wachttijden aan te pakken. Daarnaast is afgesproken dat gemeenten en Rijk aan de slag gaan met maatregelen om de uitvoering van de Jeugdwet structureel te verbeteren. Er zal zo spoedig mogelijk besluitvorming plaatsvinden op welke wijze deze middelen worden verwerkt in relatie met de beheersmaatregelen die in 2021 zijn doorgevoerd.

  1. Herijking gemeentefonds

Afgelopen jaren is er veelvuldig onderzoek gedaan naar een herijking van de verdeling van het gemeentefonds. De minister van Binnenlandse Zaken meldt in een brief aan de Tweede Kamer dat met die herijking wordt gestreefd naar een globale verdeling, die aansluit bij de verschillen in kosten van gemeenten en bij de verschillen in inkomsten die gemeenten zelf kunnen genereren.

Begin 2021 is het verdeelvoorstel naar de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) gestuurd. Op basis van hun advies en de vele vragen die vanuit gemeenten in het land zijn gekomen, wordt er op dit moment door BZK en externe bureaus aanvullend onderzoek gedaan naar het verdeelmodel. De verwachting is dat het aanvullend onderzoek medio 2021 is afgerond. De verwachte ingangsdatum van 1 januari 2023 wordt momenteel nog gehandhaafd.

De eerste uitkomsten lijken erop te wijzen dat we een voordeelgemeente zijn, echter kunnen hieraan nog geen conclusies worden getrokken. Op basis van de verwachte ingangsdatum worden de definitieve financiële effecten volgens BZK pas inzichtelijk en definitief in de meicirculaire 2022.

Tot slot is het van belang om te melden dat binnen het gemeentefonds wordt gewerkt met een groot aantal verdeelstaven. Dat zijn de onderdelen waarop de uiteindelijke uitkering wordt gebaseerd. Bij de berekening van de verdeelstaven wordt gerekend met ‘harde’ aantallen. Denk aan het aantal inwoners, aantal mensen in de bijstand, etc. Er wordt dus niet gewerkt met staffels / klassen voor inwonersaantallen. Een daling van het aantal inwoners kan een gevolg hebben voor de hoogte van de uitkering, maar dat zal marginaal zijn.

  1. Verbonden partijen

Van onze verbonden partijen ontvangen wij op grond van de Wet op de gemeenschappelijke regelingen (Wgr) kaderbrieven en ontwerpbegrotingen. In de afgelopen periode hebben wij u geïnformeerd over de ontvangen kaderbrieven en ontwerpbegrotingen voor 2022.

Zoals bekend heeft uw raad de mogelijkheid daarover een zienswijze in te dienen. In 2020 heeft het college de verbonden partijen waarvoor additionele middelen beschikbaar zijn gesteld middels een brief opgeroepen om komende jaren zoveel mogelijk tekorten binnen hun eigen begroting op te lossen. In 2021 is gestart met het project ‘grip op verbonden partijen’ waarbij met omliggende gemeenten in het middengebied en parkstad wordt samengewerkt om, indien daar aanleiding toe is, gezamenlijk een zienswijze in te dienen.

  1. Gevolgen COVID-19

Het kabinet stelt voor 2021 extra middelen beschikbaar voor een maatschappelijk steunpakket gericht op sociaal en mentaal welzijn en leefstijl. Dit is nodig omdat het coronavirus en coronamaatregelen niet alleen een grote weerslag hebben op de zorg en de economie, maar ook op het mentaal welzijn en de fysieke gezondheid van Nederlanders. Het pakket richt zich specifiek op jongeren en kwetsbare groepen zoals mensen met een beperking of psychische problematiek en eenzame ouderen. Er is ook aandacht voor de mentale vitaliteit van werkend Nederland en door coronamaatregelen getroffen ondernemers. Voor het steunpakket wordt samengewerkt in een brede coalitie van rijksoverheid, gemeenten, landelijke en lokale organisaties, vrijwilligers en professionals. Welke nasleep de corona pandemie heeft in komende jaren zal moeten blijken, ook in relatie tot zorgkosten, economische gevolgen ect.

  1. Dienstenwet en de gevolgen voor de lokale overheid

De Europese Commissie heeft geconstateerd dat het centraal loket in Nederland nog niet optimaal functioneert. Het gaat dan specifiek over de online beschikbaarheid van informatie en procedures. Het centraal loket is een belangrijk onderdeel van de Dienstenwet. De Dienstenwet is de Nederlandse invulling van de Europese Dienstenrichtlijn.

Bij het centraal loket kunnen ondernemers terecht voor informatie over regels, afwikkelen van procedures (bijvoorbeeld vergunningen) en praktische bijstand. Het centraal loket in Nederland is het Ondernemersplein en het Engelstalige Business.gov.nl. Voor een goede werking van het loket is medewerking van en samenwerking tussen alle overheden (rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen) noodzakelijk.

  1. De Omgevingswet bundelt wetten voor de leefomgeving

Afgelopen jaren hebben wij u steeds geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. De nieuwe wet zorgt voor een samenhangende aanpak van de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. Daarnaast wordt participatie bevorderd. Bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving. Voor de lokale overheden heeft dit grote impact. Afgelopen jaren is er al hard gewerkt aan de voorbereidingen voor een soepele overgang. De financiële consequenties worden steeds duidelijker. Naar verwachting treedt de Omgevingswet op 1 januari 2022 in werking.

  1. Nieuwe Wet inburgering

Het kabinet gaat het inburgeringsstelsel veranderen. Gemeenten krijgen een belangrijke rol bij de begeleiding van nieuwkomers die inburgeringsplichtig zijn. Niet iedere nieuwkomer is inburgeringsplichtig. Dit hangt onder andere af van de huidige nationaliteit.

Het doel van de nieuwe wet is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in Nederland. En dat ze daarnaast zo snel mogelijk werk vinden. Er zitten belangrijke veranderingen in (o.a. nieuwkomers begeleiden bij hun inburgering) die hun weerslag hebben voor gemeenten.

  1. Zorg en veiligheid

Er zijn hulpbehoevenden die te maken hebben met een opeenstapeling van persoonlijke problemen: psychische klachten, verstandelijk beperkt, verslaafd e.d. Deze mensen zijn vaak het slachtoffer van misbruik en criminaliteit, of veroorzaken zelf overlast en veiligheidsproblemen. Als we het veiligheidsdomein en het zorgdomein beter met elkaar verbinden, kunnen we criminaliteit en overlast vroegtijdig signaleren en integraal aanpakken; de vaak meervoudige problematiek van bepaalde kwetsbare groepen. Denk aan risicojeugd, licht verstandelijk beperkten, ex-gedetineerden en personen met verward gedrag. Dat vraagt om een brede integrale levensloopbenadering en maatwerk. Daarmee voorkomen we daderschap en slachtofferschap, en uiteindelijk criminaliteit en overlast.

  1. Inkoop Wmo begeleiding en beschermd wonen

Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van 'maatwerkvoorziening begeleiding' en 'Beschermd wonen'. Vanwege landelijke ontwikkelingen worden beide taken opnieuw vormgegeven.

Maatwerkvoorziening begeleiding
Voor de maatwerkvoorziening begeleiding betekent dit dat de huidige arrangementensystematiek zal wijziging nar een P (prijs) x Q (hoeveelheid) systematiek. Als basis voor de indicatiestelling wordt voor de gemeenten van de Westelijke Mijnstreek een objectief, onafhankelijk en door de stakeholders gedragen normenkader ingezet. Dit normenkader is, net zoals bij Huishoudelijke ondersteuning, ontwikkeld door onderzoeksbureau HHM. Daarnaast zijn gemeenten verplicht om middels de AmvB een reële kostprijs te hanteren. Dit alles leidt tot nieuwe overeenkomsten welke per 1 januari 2022 zullen ingaan.

Beschermd wonen
Gemeenten zijn sinds de invoering van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor Beschermd Wonen. Tot op heden is de gemeente Maastricht (als centrumgemeente) gemandateerd voor de uitvoering van onze gemeentelijke taak. De centrumgemeenten in Nederland ontvangen hiervoor het bijbehorende budget. Vanwege de landelijke doordecentralisatie van Beschermd Wonen wordt zowel het budget als de uitvoering van deze taak overgeheveld naar alle gemeenten afzonderlijk. Voor de regio Westelijke Mijnstreek betekent dit een ontvlechting met centrumgemeente Maastricht per 1 januari 2022. Om een vloeiende doorgaande lijn te creëren en zorgcontinuïteit zoveel mogelijk te borgen, wordt Beschermd Wonen meegenomen in het inkooptraject. Hierdoor wordt het makkelijker voor cliënten om op- en af te schalen in de ondersteuning die zij nodig hebben.

  1. Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer

In 2022 zal de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in werking treden. Het wetsvoorstel geeft de burger recht om elektronisch berichten aan een bestuursorgaan te zenden op een door het bestuursorgaan bepaalde wijze. Momenteel vindt er een aantal pilots bij gemeenten, provincies en waterschappen plaats. Daarin wordt veel geleerd over wat nodig is voor implementatie van deze wet. Met die ervaringen wordt de handreiking aangepast. Alle bestuursorganen moeten nagaan of er maatregelen nodig zijn om aan de verplichtingen van de wet te voldoen. Vervolgens moeten zij beginnen met het voorbereiden en implementeren van deze maatregelen.

  1. De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

De nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) moet zorgen voor een betere bouwkwaliteit tegen lagere kosten. Een belangrijke en ingrijpende wijziging is dat bouwers meer verantwoordelijkheid krijgen. Ook verschuift de technische kwaliteitsborging van gemeenten naar private partijen. Deze private kwaliteitsborging bouw zal ten dele worden uitgevoerd door private kwaliteitsborgers. De complete plantoetsing (algemene bouwkunde, brandveiligheid, constructieve veiligheid, bouwfysisch en installaties) en het toezicht op de bouwplaats zal door deze kwaliteitsborgers worden gedaan.

De ruimtelijke toets (onder andere bestemmingsplan, milieu, welstand en Ruimtelijke Ordening) blijft gewoon door gemeenten uitgevoerd worden. Ook gaan gemeenten controleren of de kwaliteitsborgers die zijn aangesteld wel (juist) gecertificeerd zijn om de private kwaliteitsborging bouw te mogen doen. Naar verwachting treedt er voor gemeenten dus een verschuiving op van preventief toezicht naar meer repressief toezicht.

De Wkb gaat naar verwachting vanaf 1 januari 2022 stapsgewijs in. De veranderingen uit de Wkb gelden (naar verwachting) tot en met 2024 alleen voor eenvoudige bouwwerken. Dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden. Vanaf 2025 volgen de andere bouwwerken. Hierdoor kunnen bouwbedrijven en gemeenten stap voor stap ervaring opdoen met het nieuwe toezicht in de bouw.

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2021 13:09:24 met de export van 07/14/2021 13:02:04